Blogs, ideeën, meningen en ergernissen:
De gevolgen van de stikstofuitstoot heeft de afgelopen tijd tot verhitte discussies geleid. Met name de vogels, insecten en bomen in de natuurgebieden hebben volgens biologen en andere wetenschappers in toenemende mate te lijden van de ammoniak en de daarmee samenhangende verzuring.
Het is bewonderingswaardig dat een klein landje als het onze, met bijna achttien miljoen inwoners en met een van de meest productieve economieën ter wereld, er überhaupt in slaagt natuur in stand te houden. Bijna vijftien procent van de landoppervlakte bestaat volgens het CBS nog altijd uit ‘bos en open natuurlijk terrein’. En daarnaast is maar liefst twee derde van het land ‘agrarisch terrein’. Na de Verenigde Staten is Nederland de tweede exporteur van landbouwproducten ter wereld.
Gelderland heeft met de Veluwe een van de grootste natuurgebieden van Nederland in huis. Een groot deel van die regio is zelfs tot Natura 2000-gebied gepromoveerd. In deze gebieden worden specifieke diersoorten en hun natuurlijke leefomgeving door middel van Europese richtlijnen beschermd. De boeren die aan de rand van deze gebieden hun bedrijf hebben, zullen – als de strenge normen worden gehandhaafd – mogelijk moeten inkrimpen of zelfs helemaal moeten verdwijnen.
Vorige week reed ik met mijn vrouw en hond over het noordelijk deel van de Veluwe. In het natuurgebied De Haere tussen Nunspeet en ’t Harde maakten we een wandeling. Mijn vrouw was verbaasd over de grootte van het stuifzand en de heide. Ik begon mijn college. Dat vroeger een groot deel van de Veluwe er zo woest en leeg uitzag. Dat rond het midden van de negentiende eeuw in de buurt van Putten was begonnen met de bebossing van deze schrale gronden. En dat sindsdien grote delen ervan bedekt waren met naaldboombossen. Bossen die in het dichtbevolkte Nederland tegenwoordig zo geliefd zijn.
De Noordwest-Veluwe, zo vervolgde ik, was van oudsher een arme streek. Veel mensen leefden in het overgangsgebied tussen de landbouwgrondjes en het hoger gelegen zand in (plaggen)hutten. Deze dagloners, keuterboertjes, sjacheraars en andere handelaartjes leefden In erbarmelijke omstandigheden, die we nu nog uit slechts uit Derde Wereldlanden kennen. We liepen ondertussen langs een laan met mooie villa’s. ‘Dan hebben ze het hier tegenwoordig een stuk beter’, grapte mijn vrouw.
Ik vertelde vervolgens over de aantrekkelijkheid van de Veluwe als recreatie- en/of vaste woonplaats van de welgestelden. Over de adel die er vroeger al jaagde, over de rol die Paleis Het Loo had gespeeld in de groei van Apeldoorn en dat prins Hendrik, de man van koningin Wilhelmina, ervoor had gezorgd dat er weer wilde zwijnen op de Veluwe rondliepen. En dat hij ook overal uit Europa herten had laten aanrukken. Die dieren, liefst met grote geweien, waren immers een nog grotere jachttrofee.
Net zomin de naaldbomen en allerlei uitgezet wild oorspronkelijk op de Veluwe thuishoorden – om over het door wolven opgejaagde Moeflon-schaap nog maar te zwijgen -, heeft in- en uitheemse flora en fauna altijd een plek of plekje op de Veluwe gevonden. Maar net als die variëteit aan beplanting en aan dieren hoort echter ook de mens in dit gebied thuis. Mensen van allerlei pluimage, van de nazaten van de oude adel en die van de onfortuinlijke hutbewoners tot en met de recreërende en/of pensionerende ‘nieuwkomers’. En dus ook de hardwerkende Veluwse boeren, die al generatieslang zowel het Veluwse landschap als ook de Veluwse samenleving mede vorm en kleur geven. Ook zij vormen een onmisbaar bestanddeel van deze mooie regio.
Zoals ‘een plattelands-burgemeester’ (de Barneveldse burgemeester Carel August Nairac) in de Geldersche Volksalmanak van 1880 in ‘een karakterschets’ al terecht schreef: ‘De Veluwenaar is geen trekvogel, maar zeer gehecht aan de voorouderlijke steȇ; hetzelfde geslacht bewoonde soms twee eeuwen dezelfde boerderij. Mocht door uiteengaan van ’t gezin verplaatsing onvermijdelijk zijn, zelden – en dan nog met weerzin – worden de grenzen der gemeente overgetrokken; de geboorteplaats blijft hem lief! Wij kunnen dus aannemen dat, indien de grond invloed op den mensch heeft, dit althans bij den Veluwenaar moet blijken.’ (p.187-196, aldaar 187)
In november 2018 is van de hand van de historisch geograaf Jan Neefjes de Landschapsbiografie van de Veluwe. Historisch-landschappelijke karakteristieken en hun ontstaan verschenen. Deze in opdracht van de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed gemaakte studie is een absolute aanrader voor eenieder die van de Veluwe houdt. Zij is gratis te downloaden: https://www.cultureelerfgoed.nl/publicaties/publicaties/2018/01/01/landschapsbiografie-van-de-veluwe
Jonn van Zuthem is historicus. De laatste jaren is hij vooral actief op het terrein van de regionale geschiedenis. Voor het boekproject van het Verhaal van Gelderland heeft hij de negentiende eeuw beschreven. (Zie voor eerdere werk en recente projecten de website www.jonnvanzuthem.nl)
Gesignaleerd:
Interessante boeken, recensies en vooraankondigingen van voor de regionale geschiedschrijving mogelijk interessante bijeenkomsten en gebeurtenissen